Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ4089

Datum uitspraak2009-07-29
Datum gepubliceerd2009-07-29
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200807947/1/H1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 21 mei 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer (hierna: het college) aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Haarlemmermeer (hierna: SOPOH) vrijstelling van het bestemmingsplan verleend voor het uitbreiden van een schoolgebouw op het perceel Femina Mullerstraat 78 te Hoofddorp (hierna: het perceel).


Uitspraak

200807947/1/H1. Datum uitspraak: 29 juli 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellanten], allen wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 17 september 2008 in zaak nr. 07/8081 in het geding tussen: appellanten en het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer. 1. Procesverloop Bij besluit van 21 mei 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer (hierna: het college) aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Haarlemmermeer (hierna: SOPOH) vrijstelling van het bestemmingsplan verleend voor het uitbreiden van een schoolgebouw op het perceel Femina Mullerstraat 78 te Hoofddorp (hierna: het perceel). Bij besluit van 25 mei 2007 heeft het college aan SOPOH bouwvergunning verleend voor de uitbreiding. Bij besluit van 15 oktober 2007 heeft het college het door [appellanten] en anderen tegen deze besluiten gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 17 september 2008, verzonden op 19 september 2008, heeft de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) het beroep, voor zover ingesteld door [8 appellanten], niet-ontvankelijk verklaard en voor zover ingesteld door anderen ongegrond. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 oktober 2008, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 juni 2009, waar De [appellanten], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door J. Monster en R. van Ooijen, beiden ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar SOPOH, vertegenwoordigd door J.W.M. van Dam, gehoord. 2. Overwegingen 2.1. Het bouwplan voorziet in het oprichten van acht schoollokalen in twee bouwlagen op het perceel. Het is in strijd met het ten tijde van het besluit van 25 mei 2007 ter plaatse als bestemmingsplan geldende uitbreidingsplan "Uitwerkingsplan in Hoofdzaak 1958, 3e wijziging", ingevolge hetwelk op het perceel de bestemming "Agrarische doeleinden I" rust. Het college heeft hiervan krachtens artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling verleend om realisering van het bouwplan toch mogelijk te maken. 2.2. Bij besluit van 14 februari 2008 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer het bestemmingsplan "Hoofddorp Toolenburg 2007" vastgesteld. Het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland heeft dit bestemmingsplan bij besluit van 14 oktober 2008 goedgekeurd. De Afdeling heeft de daartegen ingestelde beroepen bij uitspraken van 22 januari 2009 in de zaken nrs. 200808545/2 en 200808545/3 niet-ontvankelijk verklaard. Niet in geschil is dat dit bestemmingsplan aan realisering van het bouwplan niet in de weg staat, zodat daarvoor thans bouwvergunning zou moeten worden verleend, indien deze zou worden aangevraagd. [appellanten] voeren in hoger beroep slechts beroepsgronden aan die betrekking hebben op de verleende vrijstelling. Dat brengt mee dat zij geen belang hebben bij het door hen ingestelde hoger beroep. Dat zij, als gesteld, een uitspraak van de Afdeling wensen over het handelen van het college bij het verlenen van de vrijstelling, levert zulk belang niet op. 2.3. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. J.A. Hagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.W.J. Sloots, ambtenaar van Staat. w.g. Loeb w.g. Sloots voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2009 499.